
DE TWAALFVOUDIGE KETEN VAN GECONDITIONEERD ONTSTAAN (pratityasamutpada):
- AVIDYA: Onwetendheid, de aanname een geïsoleerd en duurzaam zelf te zijn, de knoop van ik-fixatie.
- SAMSKARA: Karmische formatie van drie soorten motieven: heilzaam, onheilzaam en neutraal.
- VIJNANA: Bewustzijn, de substantie waarin de karmische motieven zich verbinden.
- NAMARUPA: “Naam en vorm”, de persoonlijkheid, bestaande uit de vijf bestanddelen (skandha).
- AYATANA: De zes innerlijke zintuigbases voor het functioneren van oog, oor, neus, tong, lijf en brein.
- SPARSHA: Contact: faciliteert de interactie tussen object, zintuig en bewustzijn.
- VEDANA: Sensatie, gevoel van plezier of pijn, voorkeur en afkeer (”voedsel en gevaar”).
- TRSIHNA: Dorst, behoeftigheid: het aangename willen verwerven en het onaangename mijden.
- UPADANA: Grijpen en hechten, cultiveren van houvast als beantwoording aan de behoeftigheid.
- BHAVA: Wording, tot bestaan komen: de aanzet tot (weder)geboorte initiëren.
- JATI: Geboorte, de verbinding van geest en energie met een stoffelijk lichaam.
- JARAMARANA: Ouderdom (jara) en dood (mara), inclusief alle fysieke en mentale lijden.
> HIER een grotere versie (pdf)
> HIER materiaal (pdf) met achtergronden van dit onderricht
Meer hierover in Stiltijding 17
◄║►